Wat gebeurt er toch?
Steeds schrijf ik een tekst en dan vind ik er iets van…
Ik heb het gevoel om in een web van kritiek vast te zitten en geen millimeter vooruitkom.
Tijdens de momenten van een gevoel van flow, en schrijven alsof mijn leven en de wereld ervan afhangt, ben ik er zeker van dat het helemaal klopt wat ik te vertellen heb! Inspiratie en enthousiasme stroomt door me…
Dan komt er, een beetje later, een andere stroom, een verlangen om op pensioen te gaan, alleen nog te rusten, te koken en te prullen…geen zin meer om nog wat dan ook neer te zetten in de wereld. Stil zijn, naar de vogels kijken. Een beetje wandelen. Zijn, niet doen.
Soms is er ook die die er ‘vanalles’ van vindt, die lees en herleest en niks goed genoeg vindt.
Het kan me heel hopeloos doen voelen. Verloren. Verdrietig en alleen. Wil dan alleen maar iemand vinden om het samen mee te doen…iemand die mee mijn ei legt…
Dan herinner ik me weer dat dat niet klopt, dat ik dan weer mezelf tekortdoe omdat ik in de aanpassing ga om verbinding te voelen met de ander. Wat een gevecht om oprecht en eerlijk mezelf de ruimte te geven om het helemaal zich te laten ontvouwen.
Mijn ongeduld overvalt me soms en geeft me stress…het moet dringend en nu. Het begint dagen te tellen en deadlines te stellen. Heel mijn lijf spant zich op, en ik krijg hoofdpijn.
De gedachte dat het helemaal goed moet zijn, is ook een hele fnuikende. Mag het groeien, mag het zich ontvouwen? Ja, maar de structuur moet goed zitten van in het begin, want anders…zelfs dat is een illusie. Natuurlijk mag ik opnieuw beginnen. Het is ondertussen al de derde website die ik maak. Ik heb dit al vaker gedaan. Het spinnenweb van de interne dialoog is eindeloos. Het wordt dan zo een kluwen van gedachten en emoties dat er uiteindelijk alleen nog een gevoel van walging overblijft. Als ik niet oplet gooi ik alles in een hoek en blijft het daar nog een jaar liggen…of twee…of voor altijd.
Of tot er weer een andere impuls is die het overneemt.
En zo stuitter ik verder. Als een botsbal, verloren, zo voel ik me vaak.
Zo val ik van de ene in de andere uithoek van mezelf.
Wanneer ik op mijn best ben is als ik in mijn praktijk zit. Alleen met mezelf, of met een client. Aanwezig zijn en volgen wat er is, in het volle vertrouwen dat alles wat zich nu wil ontvouwen en gezien wil worden precies gaat zoals het moet gaan. Ik moet helemaal niks, alleen sacred space houden en vertrouwen op de spirits.
Steeds meer heb ik geleerd om dit mee te nemen in mijn leven, in alles wat ik doe. Het leven is een geschenk, en elk moment een is een geschenk. En dat hoe ik in dat moment ben er veel meer toe doet dan alle stemmen in mijn hoofd.
Hoe ben ik dan als ik op mijn best ben?
Ontspannen en vredevol,
licht en vreugdevol,
Ik heb het gevoel dat ik meer ruimte inneem,
Er is een soort stilte in mij die ik kan horen als een geruststellende toon op de achtergrond,
Ik voel ook een aangename tinteling in mijn lichaam,
Dankbaar en ontroerd door het leven,
Open voor de schoonheid om me heen,
Vol verwachting van wat zich gaat ontvouwen.
De eerste keer dat ik die ervaring voelde deed ik een opstelling aan het Hellinger Instituut, waar ik een workshop volgde over theory-U en opstellingen.
We liepen van onze huidige zelf naar onze toekomstige zelf.
Iemand stond voor elk van die posities en wij liepen van a naar b en ondertussen brachten we verslag uit over wat we ontdekten in onszelf aan een reporter die alles neerschreef.
Ik ging bij mijn huidige zelf staan en ze sprong bijna in mijn nek.
Het was een vreemd samengaan van gevoelens van verbondenheid, willen helpen, hulp nodig hebben, me overweldigd voelen, het niet weten…ik kwam geen stap voorruit.
Het moment dat ik een beetje boos begon te worden op mijn huidige zelf omdat ik echt geen kant op kon, en haar met een beetje kracht van me afschudde en stop riep, was een doorbraak. Ze liet me los en ik begon me verder te begeven naar mijn toekomstige zelf toe.
Daar aangekomen overviel me een eindeloze rust en vrede die me deed denken: “ben ik dood? “
Ik vond het zo fijn, om zo te Zijn, dat ik geen zin had om te gaan lunchen, en ook tegen niemand wou praten om “het” niet te verliezen.
Terwijl ik dit schrijf besef ik dat er meerdere momenten waren dat ik dat voelde, maar misschien was dit het moment dat ik het registreerde als mijn toekomstige zelf. En dus besefte dat het een zijnstoestand is, eerder dan een opdracht, of iets wat je doet.
Mijn toekomstige Zelf Zijn terwijl ik doe wat ik doe is nu mijn leerproces. Als ik de was in de wasmachine steek of opvouw, eten maak, in de tuin werk, een wandeling maak, de gang dweil of de living stofzuig.
Nu is de volgende stap nog om ‘dat in mij’ te zijn terwijl ik achter mijn computer zit en een website maak. De moeilijkheden die ik daarbij tegenkom tracht te ontwarren en ‘dat in mij’ blijf voelen.
Ik voel wanneer ik het kwijt ben en ik weet wat ik nodig heb om het weer te vinden: wandelen, dansen, ontspannen, creatief bezig zijn zonder iets te moeten presteren, in de natuur zijn of kijken naar de natuur.
Naar binnen keren en contact maken met alles wat er is. De verschillende stemmen in mij erkennen en even de ruimte geven. Als kinderen die aandacht nodig hebben van mij. Die helemaal gehoord willen worden.